Beschrijving
Terwijl tienduizenden deelnemers aan de Nijmeegse Zevenheuvelenloop genieten van de mooie herfstdag, wacht ergens langs de route een moordenaar op een van hen. Vijftien kilometer lang spelen politie en criminelen een schaakspel op leven en dood. Onverwachte ontwikkelingen vergen het uiterste van het improvisatievermogen van beide partijen.
Het gebeurde een paar honderd meter voor de plek waar ze stonden. De man, hij zal een jaar of dertig zijn geweest, sprong uit de rij toeschouwers de weg op. Had hij dat niet gedaan, dan zou hij Fatima’s aandacht niet getrokken hebben. Hij zag eruit als een beschaafde academicus. Maar hij sprong dus wel de weg op, nota bene twee meter voor Gerard Verhoeven zou passeren, en dus trok hij wel Fatima’s aandacht. Terwijl Verhoeven verstijfde van schrik en subiet bleef staan, schoot Fatima langs hem door. Voor de beschaafde academicus doorhad wat er gebeurde, was hij door Fatima vakkundig tegen de grond gewerkt en lag hij plat op zijn buik. Uit de schaafwond op zijn gezicht, asfalt is meedogenloos, stroomde bloed en wat hij ook probeerde, de vrouw die op hem zat hield zijn handen achter zijn rug in een ijzeren greep. Hij kon geen kant op.